De historische ornithologie van Jirnsum
De historische ornithologie (hoe zag de vogelbevolking van een bepaalde streek er in vroegere tijden uit) is voor mij één van de meest interessante onderdelen van de vogelkunde. De kennis op dit gebied is afkomstig uit oude geschriften (bijvoorbeeld over jachtrecht en eendenkooien), van opgravingen (botvondsten!) en van afbeeldingen van vogels op schilderijen en prenten. Voor Jirnsum en omgeving zijn mij hierover geen gegevens bekend, tenminste geen gegevens ouder dan honderd jaar. In mijn verbeelding maak ik echter wel eens een reisje door het verleden.
Ik ga bijvoorbeeld terug naar het lage midden van Fryslân gedurende de vroege Middeleeuwen. We kunnen dan trouwens beter spreken over het hoge midden van Fryslân, want er lag hier in die tijd een laagveenpakket, vele meters dik en als een spons volgezogen met water. Het land lag gemiddeld zo’n drie meter hoger als nu. Het Sneekermeer bestond nog niet en in het noordwesten lag de Middelzee. Tussen veen en Middelzee lagen terpdorpen als Jirnsum. Het landschap tussen Jirnsum en Sneek moet wel geleken hebben op het huidige landschap van het Fochtelöerveen. Wellicht kwamen ook typische veen- en heidevogels voor als Korhoenders, Kraanvogels, Veld-uilen en Klapeksters. Pas na de grootschalige veenontginningen (waardoor het Sneekermeer ontstond) en bedijkingen en later inpolderingen van de Middelzee (voorafgegaan door dramatische overstromingen) ontstond min of meer het huidige landschap met zijn grote aantallen weidevogels.
Als we wat minder ver teruggaan in de tijd zijn de gegevens over vogels niet zo speculatief. Van de oudere dorpsgenoten hoor ik wel eens het één en ander over vogels die hier vroeger voorkwamen, maar die je hier nu niet meer zult vinden. Homme v.d. Goot vertelde mij dat er in de vijftiger jaren van de vorige eeuw Wielewalen voorkwamen in de appelhof aan de Learewei. De appelhof was in die tijd waarschijnlijk nog een hoogstamboomgaard evenals de hof van de fam. Damstra (Camping De Bongerd). Deze boomgaarden staan bekend om hun vogelrijkdom. In deze omgeving komen nog steeds veel Gekraagde Roodstaarten voor, veel meer dan in de andere dorpen rondom Jirnsum zoals ik tijdens mijn onderzoek voor de ‘Atlas van de Nederlandse broedvogels’ eind jaren negentig heb kunnen vaststellen.

Wielewaal
Mijn vader kan zich herinneren dat er rond de vijftiger jaren Steenuilen en Nachtegalen voorkwamen in de zware boomwal rond de tuin van dokter Hermanides aan de Rijksweg. De inmiddels overleden Wytze Riemersma, die hier vroeger naast woonde, zou de Nachtegaal zelfs een keer gezien hebben. Verder hoorde mijn vader de Steenuilen ’s nachts piepen. In de zestiger jaren, een periode van verval in meerdere opzichten, zijn veel soorten uit Jirnsum en omgeving verdwenen.
Reacties en nieuwe waarnemingen.
Ik heb de afgelopen tijd de nodige reacties op deze rubriek ontvangen. Er kwamen meldingen binnen van jonge Ransuilen op het parkeerterrein achter De Terp en twee meldingen van Kerkuilen (bij Galama aan de Reinderswei in de hooiblazer bovenin de schuur en bij Homme v.d. Goot aan de Rijksweg ook boven in de schuur). Bij Johan de Jong aan de Douwemastraat had een paartje Grauwe Vliegvangers een nestje gebouwd in een sierkrans aan de wand van een tuinhuisje. Alle melders worden van harte bedankt, hun meldingen leveren interessante gegevens op en vergroten het draagvlak van vogelwacht en vogelbescherming in ons dorp.
Tot besluit een eigen waarneming. Op 13 augustus zwom een Kleine Canadese Gans bij de Jirnsumer Syl. Canadese Ganzen zijn de laatste jaren, ook in de omgeving van Jirnsum, vrij normale verschijningen geworden maar een Kleine Canadese Gans heb ik hier nog niet eerder gezien. Deze soort is nauwelijks groter dan een eend en zeer donker gekleurd.
Meldingen of reacties graag doorgeven aan Bauke Sienema (tel: 602377).
Met dank aan Bauke Sienema en Jan Meijer van Fugelwacht Jirnsum.