Zomerdroom – vakantiecolumn
Vanaf onze vakantiebestemming, Vlieland, schrijf ik deze column. Over mijn zomerdroom.
In het kader van ‘de draad weer oppakken’ trek ik mijn Asics weer aan. Tevens probeer ik een lang gekoesterde droom eindelijk waar te maken. Namelijk: hardlopen over het strand. Een onschuldige wens die ontstaan is tijdens de trainingen met de voetbalselectie in de zandbulten bij Nij Beets, 20 jaar geleden.
In een blauw ‘Sneek-en-Meer’ hardloopshirt zou ik vandaag mijn droom verwezenlijken op ‘mijn’ Vlieland. (Als jongetje van zes poepte ik de konijnehollen in de duinen al vol, leerde ik snuiten in een zakdoek van de buurman, die tot op heden nog steeds bevriend is met mijn ouders en was een ballon aan een draadje, geknoopt aan een tak uit het bos een hoofdvermaak. Ik vind zelf dat ik dan dit eiland als het mijne mag beschouwen.) Onder een lichte bewolking beweeg ik mij, rond een uur of elf, met een lichte tred de duinopgang over. Het is vloed. Althans, bijna, zal later blijken. Het afgevlakte strand reikt tot aan de vloedlijn. Het knapperige zand, enkel verstoord door kleine en grote voetafdrukken.
Met de zon half in de rug en de zoute zeewind vol in het gelaat begin ik aan mijn loop. De stand van het getij staat mij niet toe volledig op hard zand te lopen. Daar waar het net vloed wordt, is het zand papperig en een stap opzij het strand op is het mul. Kiezen tussen twee kwaden.
Maar ik ren door: kleine passen, grote passen: met knisperende schelpjes tot gevolg. Ter hoogte van de wat luxere oorden staan de strandstoelen en strandschermpjes al netjes opgesteld. Gezien het bewonersaantal van dit ‘halvemaantjes’ kamp is een krachtige drie wellicht nog iets te veel voor de Westcord-gasten. Hoe langer ik onderweg ben, hoe verlatener het strand wordt. Gezinnetjes van vier worden vervangen door verliefde stelletjes en een ouder stel wordt vervangen door een eenzame wandelaar.
De vloedlijn volgend, slingerend, in en uit een bandenspoor, zoekend naar de juiste weg. Even let ik niet op en stap ik in een enkeldiepe plas. Iets meer vloed dan ik dacht. Het hoort erbij. Hip, hip, hip het droge op, achter de schelpenrij aan en onder de zeehengels door.
Voor mij ligt een uitgestrekte vlakte. Zee, strand, duin. Een onafscheidelijke combinatie, tot in de eeuwigheid. Tijdloos, eindeloos en nimmer saai. Het is alsof ik zweef. Tot in lengte van dagen zou ik hier kunnen rennen, in dit tempo.
Naast mij verzamelen meeuwenfamilies zich op dit desolate stuk Vlieland. Zilvermeeuwen, mantelmeeuwen: enkel in uiterlijk opzicht lijkend op hun aasgierige soortgelijken van de camping: schreeuwlelijke, op afval beluste rovers. In de branding rent een groepje zandplevieren voor mij uit. Scholeksters scheren over de golven. De zee, het strand, de duinen: het reikt tot aan de horizon. Net als mijn gevoel. Dit is wat ik wilde. Hardlopen op het strand. Alleen. Met vogels, schelpen, golven en geluiden. Van rust. Natuur.
De wolken zijn verdreven door een hevig brandende zon en om mijn onoverwinnelijkheid kracht bij te zetten, gaat het shirt uit. Brede en smalle strandopgangen wisselen elkaar af. Allen uitgangen van mijn droom, die ik zolang mogelijk uit wil stellen. Toch zal ik er aan moeten geloven. Met krachtige passen het mulle zand door en omhoog het duin op. Hier is het luw, nog warmer en de ondergrond verhard. Ik zweef niet meer, maar loop lekker door. Rechts het Posthuys, links richting het wad.
Strand maakt plaats voor duinen, voor heide en voor bos. Weldra zal ik de wadkant bereiken. Daar aangekomen zegt de hardloop-app dat ik 13 km heb gerend. Stiekempjes was het zelfs een training voor de “halve van Vlieland”. Maar ach, waarom eigenlijk. Ik heb mijn eigen droom gerend op ‘Mijn Vlieland’. Niets doet er even toe. Een klein geluksmomentje. Ik besluit dan ook de anderhalf uur vol te rennen en dan te stoppen. Genieten van het voorgaande. Herkauwen van een heerlijk gevoel. Met een kabbelende Waddenzee in mijn hoofd.
Het zit erop. Droom gedroomd en herbeleefd. Als toetje hervat ik mijn app op de Waddendijk. De dijk die het pittoreske Oost-Vlieland scheidt van ons werelderfgoed De Waddenzee.
In die Waddenzee ligt een parel en die parel is Vlieland. Daar heb ik over het strand gerend. Daar, waar Circus Custers ooit ontstaan is, daar heb ik mijn droom geleefd. En ooit beleef ik ‘em weer, maar dan toch minder intens…
Siep Hijlkema, Jirnsum Online